Dhaka (stad)

hoofdstad van Bangladesh

Dhaka (ঢাকা, Dhākā; vroeger Dakka, Dacca) is de hoofdstad van Bangladesh. De stad telt circa 14,5 miljoen inwoners en is daarmee de grootste stad van het land (voor Chittagong en Khulna). In de agglomeratie wonen bijna 19 miljoen mensen (2016). De stad ligt in het district Dhaka dat weer deel uitmaakt van de divisie Dhaka.

Dhākā
ঢাকা
Stad in Bangladesh Vlag van Bangladesh
Dhaka (Bangladesh)
Dhaka
Situering
ProvincieDhaka
DistrictDhaka
Coördinaten
Algemeen
Oppervlakte306,38 km²
Inwoners
(2016)
14.543.124
(29.069 inw./km²)
Hoogte4 m
Foto's
Portaal  Portaalicoon  Azië

Dhaka ligt aan een zijtak van de rivier Dhaleswari, in het hart van het grootste jutegebied ter wereld. Het omringende gebied is zeer dichtbevolkt en wordt dikwijls getroffen door hevige overstromingen als gevolg van moessons. De gemiddelde temperatuur is 25 °C.Dhaka is verdeeld in een oude stad en een nieuwe stad.

Geschiedenis

Het boeddhistische en hindoekoninkrijk

Reeds in de 7e eeuw bestond er een nederzetting in het gebied dat nu Dhaka is. Het kleine gebied werd bestuurd door het boeddhistische koninkrijk van Kamarupa en het Palarijk voordat de overheersing in de 9e eeuw overging naar hindoeïstische Sena-dynastie.[1] De naam is mogelijk ontleend na de in de 12e eeuw door Ballal Sena opgerichte Dhakeshwari-tempel.[2] De stad zelf bestond uit een paar marktcentra zoals Lakshmi Bazar, Shankhari Bazar, Tanti Bazar, Patuatuli, Kumartuli, Bania Nagar en Goal Nagar. Na de val van het Sena-rijk, werd Dhaka achtereenvolgens geregeerd door het Sultanaat van Bengalen onderbroken met gouverneurs van het Sultanaat van Delhi.

Mogolrijk

In het begin van de 17de eeuw maakte Oost-Bengalen nog geen deel uit van het Mogolrijk. In 1608 stelde keizer Jahangir de 38 jaar oude Islam Khan Chisti aan tot goeverneur (Subahdar) van Bengalen met als doel het hele gebied te onderwerpen aan het Mogolgezag. Hieraan gingen al 12 mislukte expedities vooraf onder keizer Akbar de Grote tussen 1576 en 1605. De belangrijkste tegenstanders van het veroveringsproject waren de Baro-Bhuyan (samenwerkingsverbanden van krijger-landeigenaars) en de Afghanen. Op de eersten onder leiding van Musa Khan veroverde hij in 1610 Dhaka. Om strategische redenen verplaatste hij meteen zijn hoofdstad daarheen en doopte de stad om tot Jahangirnagar. Een jaar later waren de Baro-Bhuiyan onderworpen, en vervolgens de Afghanen. Islam Khan overleed in 1713.[3]

Latere geschiedenis

Dhaka bleef tot 1704 de hoofdstad van Bengalen. Voor de stad in 1765 onder gezag van het Verenigd Koninkrijk kwam was Dhaka een handelscentrum voor Britten, Fransen en Nederlanders. Op 8 augustus 1874 werd de eerste steen gelegd voor een waterleidingnet.


De stad telde in 1881 79.076 inwoners; vrijwel evenveel hindoes als moslims. Dhaka was destijds de belangrijke handelsplaats voor rijst uit de delta, voor indigo en hout uit Tippera en voor thee uit Assam. Tijdens het Brits bestuur was de stad vestigingsplaats van veel ambtelijke diensten en scholen. Opmerkelijk was het olifantendepot. In 1905 werd Dhaka weer de hoofdstad van Bengalen. In 1956 werd Dhaka de hoofdstad van Oost-Pakistan.

Dhaka werd in 1971 de hoofdstad van Bangladesh toen het land onafhankelijk werd van Pakistan. Tot 1982 werd de naam in het Latijnse alfabet gespeld als Dacca.

Bevolkingsaantal

Bij het vermelden van bevolkingsstatistieken moet het gebied waarop de statistieken slaan, precies afgebakend worden. De stad Dhaka is het gebied onder de bevoegdheid van wat sinds 1991 de Dhaka City Corporation (DCC) heet. De Dhaka Statistical Metropolitan Area (DSMA) is een creatie van het Nationaal Bureau voor de Statistiek (Bangladesh Bureau of Statistics, BBS) ten behoeve van de volkstelling van 1980. Ze werd in 1991 hernoemd tot Dhaka Megacity. en omvat naast de DCC ook de gemeenten Kadamrasul, Gazipur, Narayanganj, Siddirganj, Savar en Tongi en 68 aangrenzende unions die in de statistieken worden vermeld als Other Urban Areas (OUA). De bevolking van deze twee gebieden is als volgt geëvolueerd:[4]

Dhaka City Corporation

jaargezinnenbevolkingdichtheidverhouding m/v
196161 983368 57510 840145
1974197 3611 403 25938 979140
1981367 5132 475 71018 755141
1991574 8073 612 85023 475131
20011 109 5145 327 30634 629131
20111 580 6727 033 07549 182131

Dhaka Megacity

jaargezinnenbevolkingdichtheidverhouding m/vgeletterdheid
1951-411 2794 815165
1961127 710718 7665 796154
1974341 1672 068 3536 156137
1981527 3113 440 1478 54713948.1
19911 088 3786 487 4594 79512657
20011 920 6829 672 7637 05512565.1
20113 232 68314 509 10010 48411367.3

Bezienswaardigheden

Dhaka kent meer dan zevenhonderd moskeeën en historische gebouwen, waaronder:

Economie

Dhaka is het industriecentrum, het economisch centrum en het bestuurscentrum van Bangladesh en is een handelscentrum voor jute, oliezaden, suiker en thee. De belangrijkste producten zijn textiel en jute-producten. Ook rijstpellerijen nemen een belangrijke plaats in. Dhaka is beroemd wegens zijn kunstnijverheid. De plaats Narayanganj, 16 kilometer ten zuidoosten van Dhaka, fungeert als haven voor de stad.

De universiteit van Dhaka werd op 1 juli 1921 geopend in de wijk Ramna. Ook de andere onderwijsinstellingen en landbouwonderzoeksinstituten zijn in de stad gevestigd.

Georganiseerde misdaad

De bevolking van Bangladesh is etnisch homogeen. De cultuur is een mengeling van de Hindoe- en Boeddhistische erfenis met moslimgebruiken. De maatschappij wordt beheerst door een kastensysteem dat zowel territoriale als hiërarchische kenmerken vertoont; de sociale mobiliteit blijft gering. Een hoeksteen van de maatschappij is de relatie cliënt-patroon. In die context, en gegeven dat de meeste Dhakkanen in sloppenwijken wonen, vindt de georganiseerde misdaad een rijke voedingsbodem.[5]

Karakteristiek voor Dhakka is de rol van straatkinderen die zowel slachtoffers als daders zijn. Een regeringsstudie uit 2001 schatte het aantal straatkinderen in Bangladesh op 500 000, waarvan 70% in de hoofdstad, maar door de gebrekkige informatie zou het werkelijke getal tot 2 miljoen kunnen oplopen. De typische maffiabaas is de mastaan, een sterke man die nauwe banden onderhoudt met de politiek en met de politie. Kinderen worden in dienst genomen om wapens te vervoeren, drugs te verkopen, afpersingsgeld op te halen, landroof te ondersteunen, huurmoorden uit te voeren en politiek geweld te bedrijven.[5]

Galerij

Zie de categorie Dhaka van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.