Isoperimetrisch quotiënt

In de meetkunde is het isoperimetrisch quotiënt een maat voor de relatie tussen de omsloten oppervlakte en de omtrek van vlakken, en het ingesloten volume en de oppervlakte van ruimtelijke figuren, dus een maat voor de relatie tussen de 'buitenkant' en het 'binnenste' van een vorm. De maat is voor gelijkvormige figuren gelijk. Het gaat er bij het isoperimetrisch probleem om bij een gegeven omtrek of oppervlakte de figuur met de grootste oppervlakte, respectievelijk het grootste volume te vinden. De cirkel is de vlakke, en de bol het lichaam die de oplossingen zijn. Daarom is het isoperimetrisch quotiënt zo gedefinieerd dat het voor deze figuren de waarde 1 heeft. Het isoperimetrisch quotiënt is voor alle figuren dus kleiner dan of gelijk aan 1; dat wordt de isoperimetrische ongelijkheid genoemd.

Het begrip isoperimeter is van het Grieks afgeleid en betekent gelijke omhullende afmetingen.

Definitie

Voor een vlakke figuur met oppervlakte en omtrek wordt het isoperimetrisch quotiënt gegeven door:

Voor een ruimtelijke figuur met inhoud en oppervlakte wordt het isoperimetrisch quotiënt gegeven door:

Eigenschappen

  • Isoperimetrische ongelijkheid: voor alle figuren en lichamen is .
  • Van gelijkvormige figuren is het isoperimetrisch quotiënt gelijk, aangezien de machten van de voor de afmetingen van het lichaam bepalende factor tegen elkaar wegvallen.
  • Voor de cirkel en de bol is .

Tabel

In de onderstaande tabel staat voor een aantal ruimtelijke figuren het isoperimetrisch quotiënt, oplopend geordend. De genoemde, afnemende oppervlakten in bijvoorbeeld cm² behoren steeds bij een inhoud van 1000 cm³.

afgeknotte icosaëder

stompe dodecaëder

bol

Ruimtelijke figuurOppervlakte bij een inhoud van 1000
viervlak7210,302
kegel met [1]6090,5[2]
kubus600[2]0,523
regelmatig achtvlak5720,605
cilinder 5530,667
regelmatig twaalfvlak5310,755
regelmatig twintigvlak5150,829
afgeknotte icosaëder[3]500[4]0,903
stompe dodecaëder4920,947
bol4841[2]

Verhouding tussen oppervlak en omtrek bij regelmatige veelhoeken

Regelmatige veelhoeken zijn tweedimensionale meetkundige figuren, bestaande uit een eindig aantal lijnstukken die alle dezelfde lengte hebben. Voorbeelden hiervan zijn:

In onderstaande tabel staat de isoperimetrische ongelijkheid voor een aantal regelmatige veelhoeken met oplopende IQ en kleiner wordende omtrek O. Voor de omtrek O in bijvoorbeeld cm wordt uitgegaan van een oppervlak A van 1000 cm2.

vierkant

zeventienhoek

cirkel

Regelmatige veelhoekOmtrek bij een oppervlakte van 1000IQ
driehoek1440,605
vierkant1270,785
vijfhoek1210,865
zeshoek1180,907
achthoek1150,948
tienhoek1140,967
twaalfhoek1130,977
zeventienhoek112,750,988
vierentwintighoek112,420,994
cirkel1121

Proclus, een Grieks neoplatonisch filosoof en wiskundige, zei over de cirkel het volgende: "De cirkel is de eerste, de eenvoudigste en de meest volmaakte figuur." Dante Alighieri zei later over de cirkel: Lo cerchio è perfetissima figura, De cirkel is het meest volmaakte figuur.