Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De tweede editie van het Europees kampioenschap schaatsen voor vrouwen , georganiseerd door de Internationale Schaatsunie (ISU), werd op 31 januari en 1 februari 1971 verreden op de Petrovksi ijsbaan in Leningrad , Sovjet-Unie . Het kampioenschap werd verreden over de minivierkamp (500-1500-1000-3000 meter).
De achtentwintig deelneemsters, drie meer dan in 1970, kwamen uit elf landen, drie meer dan in 1970. Nederland (5), Sovjet-Unie (5), Noorwegen (4), Finland (2), Polen (2), Zweden (2) en West-Duitsland (1) waren ook vertegenwoordigd in 1970. Vier landen, Hongarije (2), de DDR (2), Tsjechoslowakije (2) en Roemenië (1), werden dit jaar voor het eerst vertegenwoordigd. Frankrijk (in 1970 één deelneemster) nam dit jaar niet deel. Vijftien schaatssters namen voor de eerste keer deel.
De eerste Europees kampioene , Nina Statkevitsj uit de Sovjet-Unie , prolongeerde haar titel. Ze werd op het eindpodium geflankeerd door haar landgenoten Ljoedmila Titova (2e) en Kapitolina Seregina (3e). De vijf Nederlandse deelneemsters namen alle vijf aan de afsluitende vierde afstand deel. Atje Keulen-Deelstra werd net als in 1970 vierde, Stien Kaiser werd zevende, de debutanten Trijnie Rep en Akke Falkena tiende en dertiende en Ans Schut eindigde als gevolg van een val op de 1000 meter op de zestiende plaats.
De Nederlandse delegatie veroverde één zilveren medaille (Stien Kaiser op de 1500m) en twee bronzen medailles (Atje Keulen-Deelstra op de 1500m en Stien Kaiser op de 3000m).
Achter de namen staat tussen haakjes bij meervoudige deelname het aantal deelnames.
Nr. Naam Punten 500m 1500m 1000m 3000m 1 Nina Statkevitsj (2)197,097 46,23 (4) 2.25,5 (1) 1.37,0 (2) 5.23,2 (2) 2 Ljoedmila Titova (2)199,840 45,54 (1) 2.29,8 (8) 1.36,1 (1) 5.37,9 (10) 3 Kapitolina Seregina 200,007 47,44 (10) 2.27,9 (5) 1.39,7 (9) 5.20,5 (1) 4 Atje Keulen-Deelstra (2)200,460 46,56 (7) 2.27,3 (3) 1.40,9 (11) 5.26,1 (4) 5 Lisbeth Berg (2)201,127 46,51 (5) 2.27,6 (4) 1.39,1 (7) 5.35,2 (8) 6 Tatjana Averina 201,353 46,52 (6) 2.29,8 (8) 1.37,6 (3) 5.36,6 (9) 7 Stien Kaiser (2)201,436 48,67 (10) 2.26,8 (2) 1.39,9 (10) 5.23,3 (3) 8 Vera Soerovikina202,093 45,81 (3) 2.29,1 (6) 1.39,5 (8) 5.41,0 (12) 9 Ruth Schleiermacher 203,850 45,65 (2) 2.35,2 (19) 1.38,0 (4) 5.44,8 (15) 10 Trijnie Rep 203,950 48,00 (14) 2.30,7 (11) 1.41,7 (15) 5.29,2 (6) 11 Sigrid Sundby (2)204,516 47,45 (11) 2.31,6 (12) 1.39,0 (6) 5.42,2 (14) 12 Rosemarie Taupadel 204,727 47,26 (8) 2.30,0 (10) 1.41,6 (14) 5.40,0 (11) 13 Akke Falkena 207,187 49,22 (22) 2.32,6 (14) 1.42,7 (17) 5.34,5 (7) 14 Monika Pflug 207,320 48,42 (18) 2.31,9 (13) 1.38,8 (5) 5.53,2 (16) 15 Tuula Vilkas (2)207,437 47,62 (12) 2.32,9 (15) 1.43,8 (18) 5.41,7 (13) 16 Ans Schut (2)211,567 48,15 (16) 2.29,3 (7) 1.58,2 * (28) 5.27,3 (5) NC17 Arja Kantola (2)149,380 47,43 (9) 2.33,6 (17) 1.41,5 (13) NC18 Kirsti Biermann (2)150,280 47,78 (13) 2.35,4 (20) 1.41,4 (12) NC19 Ylva Hedlund (2)151,157 48,64 (19) 2.34,7 (18) 1.41,9 (16) NC20 Romana Troicka (2)151,677 48,16 (17) 2.33,5 (16) 1.44,7 (20) NC21 Inger Karset (2)153,587 48,07 (15) 2.37,1 (22) 1.46,3 (21) NC22 Sylvia Filipsson 154,300 48,95 (21) 2.36,0 (21) 1.46,7 (22) NC23 Helena Pilejczyk 155,993 50,41 (23) 2.40,0 (23) 1.44,5 (19) NC24 Věra Procházková159,027 51,81 (27) 2.41,0 (24) 1.47,1 (23) NC25 Iva Novotná159,837 50,77 (24) 2.44,9 (26) 1.48,2 (24) NC26 Kornelia Ihász162,330 51,23 (25) 2.43,8 (25) 1.53,0 (26) NC27 Maria Tasnadi163,173 51,34 (26) 2.45,1 (27) 1.53,6 (27) NC28 Mária Szabó167,050 52,65 (28) 2.54,9 (28) 1.52,2 (25)
* = gevallen