Kirill Meretskov

Russisch politicus

Kirill Afanasjevitsj Meretskov (Russisch: Кири́лл Афана́сьевич Мерецко́в) (Nazarjevo (gouvernement Rjazan), 7 juni 1897Moskou, 30 december 1968) was een maarschalk van de Sovjet-Unie die vocht in de Tweede Wereldoorlog.

Kirill Meretskov
Kirill Meretskov
Geboren7 juni 1897
Nazaryevo, gouvernement Rjazan, keizerrijk Rusland
Overleden30 december 1968
Moskou, Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek, Sovjet-Unie
RustplaatsKremlinmuur-necropolis, Rode Plein, Moskou
Land/zijdeVlag van Keizerrijk Rusland Keizerrijk Rusland
Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie
Onderdeel Rode Garde
Rode Leger
Dienstjaren19161964
Rang Maarschalk van de Sovjet-Unie
BevelMilitair district Wolga-Oeral
Militair district Leningrad
7e Leger (Sovjet-Unie)
Stafchef van de Generale Staf
(augustus 1940 - januari 1941)
Volchov Front
Karelisch Front
Verre Oosten Front
Militair district Moskou
Slagen/oorlogenRussische Burgeroorlog

Winteroorlog


Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingenzie onderscheidingen

Russische Burgeroorlog

Kirill Meretskov werd geboren als zoon van Russische boeren in het District Zarajski ten zuidoosten van Moskou, in het gouvernement Rjazan, nu in de oblast Moskou.

In 1909 ging Kirill als arbeider in een fabriek werken, eerst in Moskou en dan in Vladimir. In augustus 1917 ging hij bij de bolsjewieken. Hij werd stafchef van de Rode Garde die de stad bestuurde. Tijdens de Russische Burgeroorlog was hij stafchef, eerst van een regiment en dan van een divisie. In 1921 studeerde hij af aan de Froenzeacademie.

Vanaf 1922 was hij stafchef, eerst van een divisie cavalerie en later van nog andere legers en militaire districten.

Spaanse Burgeroorlog

Van september 1936 tot mei 1937 bevocht Meretskov de Republikeinen in de Spaanse Burgeroorlog onder de schuilnaam "Generaal Pavlovitsj".

Winteroorlog

280 mm mortieren M1939 (Br-5) beslisten de Winteroorlog

In 1939 werd hij bevelhebber van het militair district Leningrad. In november 1939 brak de Winteroorlog uit en vocht Meretskov tegen de Finnen. Vanwege zelfoverschatting en onderschatting van de Finnen werden maar vijf divisies Fusilliers ingezet tegen de Mannerheimlinie en de aanval mislukte. Op 9 december 1939 werd Meretskov van zijn bevel ontheven en nam de Stavka met Kliment Vorosjilov, Nikolaj Koeznetsov, Jozef Stalin en Boris Sjaposjnikov het bevel van hem over.[1]

Meretskov kreeg het bevel over het 7e Leger. In januari 1940 kreeg Semjon Timosjenko het bevel om de Mannerheimlinie te doorbreken, maar de Finnen sloegen de aanval af in de Slag bij Taipale.

Daarop bracht de Stavka ook het 13e Leger naar het front en rustte beide legers uit met 203 mm M1931 (B-4) houwitsers en 280 mm mortier M1939 (Br-5) voor een offensief in februari 1940. De zware artillerie forceerde de doorbraak en het 7e Leger van Meretskov nam Vyborg in.

Op 21 maart 1940, twee weken na de Vrede van Moskou werd Meretskov onderscheiden als Held van de Sovjet-Unie, bevorderd tot generaal en kreeg hij de post van vicecommissaris van defensie. In augustus 1940 werd hij stafchef. Op 14 januari 1941 werd hij ontslagen. Op 24 januari 1941 zag Stalin hem in het Bolsjojtheater en hij sprak in het openbaar:

U bent moedig en bekwaam, maar zonder principes en zonder ruggengraat. U wilt aardig overkomen, maar in plaats daarvan zou u een plan moeten hebben en u daar strikt aan houden ondanks het feit dat de een of de andere dat kwalijk neemt.

Arrestatie

Op 22 juni 1941 begon Operatie Barbarossa en Meretskov werd raadgever van de Stavka. Op 23 juli arresteerde de NKVD hem in het kader van de Grote Zuivering vooral vanwege zijn vriendschap met de terechtgestelde generaal Dmitri Pavlov. Na twee maanden van foltering waaronder slagen met rubberen matrakken in de Loebjanka gevangenis ondertekende Meretskov een schuldbekentenis.

Zijn bekentenis werd gebruikt tegen andere legerleiders die in mei en juni 1941 opgepakt werden en op bevel van Lavrenti Beria op 28 oktober 1941 terechtgesteld werden bij Koejbisjev of voor de Bijzondere Raad van de NKVD geleid werden voor terechtstelling op 23 februari 1942.

In september werd hij vrijgelaten en eerst voor de politiechef Vsevolod Merkoelov geleid. Hij zei Merkoelov dat hun vriendschap voorbij was.

Nikita Chroesjtsjov zei:

"Voor zijn arrestatie was Meretskov een fiere jonge generaal, sterk en indrukwekkend. Na zijn vrijlating was hij nog een schaduw van zichzelf. Hij was vermagerd en kon nauwelijks praten.

Hij moest dan voor Stalin verschijnen in zijn uniform en kreeg het bevel over het 7e Leger.

Tichvinoffensief

Meretskov werd bevelhebber van het 4e Leger dat Leningrad verdedigde tegen Heeresgruppe Nord van Wilhelm Ritter von Leeb. Samen met het 52e en het 54e Leger stopte Meretskov het Duitse offensief, lanceerde een tegenaanval, dreef de Duitsers terug naar hun beginstelling en heroverde op 10 december 1941 Tichvin in het Tichvinoffensief. Dit betekende het eerste groot succes van de Sovjet-Unie in de Tweede Wereldoorlog. Het hielp ook de Operatie Taifun omdat twee Duitse pantserdivisies en twee gemotoriseerde divisies vochten in de bossen en moerassen tussen Tichvin en Tosno en zo niet konden meevechten in de Slag om Moskou.

Ljoeban

In januari 1942 startte Meretskov het Ljoebanoffensief om Leningrad te ontzetten en Duitse krachten te omsingelen. Het offensief vorderde langzaam omdat de Duitsers goed ingegraven lagen. Tegen maart waren de twee Sovjetlegers nog 25 km van elkaar. Op 15 maart zetten de Duitsers een tegenaanval in en sneden het 2e Stoottroepenleger af. Tegen 30 maart waren de Sovjetlegers opnieuw verbonden, maar in zijn rapport aan Stavka liet Meretskov na om te melden dat de corridor tussen het 2e Stoottroepenleger en de andere legers maar 2 km breed was en onder luchtbombardementen en artilleriebeschieting lag. Daardoor trok Stavka het 2e Stoottroepenleger niet terug toen het nog kon. Eind april en in mei kwam het Volkhovfront tijdelijk onder bevel van het Leningrads Front van generaal M. Chosin.Meretskov werd als plaatsvervangend bevelhebber naar het westelijk front gestuurd.

In mei 1942 zat het 2e Stoottroepenleger zonder voorraden. Op 30 mei sneden de Duitsers het weer af met een offensief. Op 5 juni brak 10.000 man ervan uit de omsingeling, terwijl de rest vernietigd werd, met 33.000 krijgsgevangenen, ongeveer evenveel gesneuvelden.

Meretskov legde de schuld bij de gevangen bevelhebber van het 2e stoottroepenleger, Andrej Vlasov, die hij zelf voor de post had voorgedragen in april. Aangezien Vlasov overliep naar de Duitsers trad de Sovjet-Unie dit bij.Chosin werd op 8 juni van zijn bevel ontheven, gedegradeerd en mocht niet meer naar het front.

Ontzet van Leningrad

Na de nederlaag bij Ljoeban bleef Meretskov bevelhebber van het Volkhovfront en plande hij samen met de nieuwe bevelhebber van het Leningrads Front, Leonid Govorov, een offensief om de stad te ontzetten door de Duitse stellingen ten zuiden van het Ladogameer uit te schakelen.[2] Tegelijk planden de Duitsers Operatie Noorderlicht om de stad in te nemen. Daartoe kwamen versterkingen van Sebastopol, dat de Duitsers na de Belegering van Sebastopol (1941-1942) in juli 1942 hadden ingenomen. Het Sinyavino-offensief faalde en het 2e Stoottroepenleger werd voor de tweede keer gedecimeerd, maar de Duitsers leden ook zware verliezen en zagen af van Operatie Noorderlicht. Meretskov wou verder aanvallen, maar mocht niet van Stavka. Op 15 oktober 1942 kreeg hij een blaam voor de manier waarop hij de operatie had geleid.

Operatie Iskra

Eind november 1942 plande Govorov een volgende operatie om Leningrad te ontzetten en Meretskov hielp hem. In december keurde Stavka Operatie Iskra (vonk) goed. Operatie Iskra begon op 13 januari 1943. Op 18 januari braken de Sovjetsoldaten door de blokkade. Tegen 22 januari was er een 9 km brede corridor naar Leningrad. In allerijl werd daar een spoorlijn aangelegd. Op 28 januari kregen Meretskov en Govorov beiden de Orde van Soevorov 1e klasse.

Daarna zetten Meretskov en Govorov Operatie Polyarnaya Zvezda (Poolster) in om Heeresgruppe Nord te verslaan, maar dit lukte niet. In 1943 lanceerde Meretskov nog andere offensieven in het gebied, waarbij de corridor geleidelijk breder werd. In november 1943 planden Meretskov en Govorov het Leningrad-Novgorodoffensief om de Heeresgruppe Nord uit het gebied rond Leningrad te verdrijven. Op 14 januari 1944 begon het offensief. Tegen 1 maart was Heeresgruppe Nord 300 km teruggedreven over een front van 400 km breed. Meretskov en Govorov kregen opnieuw de Orde van Soevorov 1e klasse.

Karelië

In februari 1944 werd Meretskov overgeplaatst naar het Karelische Front.[3] Hij plande mee het VyborgPetrozavodskoffensief dat startte in juni 1944 en Petrozavodsk en Oost-Karelië bevrijdde. In oktober kreeg Meretskov bevel om de stad Petsamo in Noord-Finland te bevrijden en de Duitsers terug te drijven naar Noorwegen. Meretskov lanceerde Operatie Kirkenes-Petsamo en dreef de Duitsers terug. Op 6 oktober 1944 werd Meretskov Maarschalk van de Sovjet-Unie.

Mantsjoerije

In 1945 werd Meretskov naar Mantsjoerije gestuurd om het 1e Verre Oosten Front te leiden in Operatie Augustusstorm onder opperbevel van Aleksandr Vasilevski.[4] De operatie was een succes en Meretskov ontving de Orde van de Overwinning.

Na de Tweede Wereldoorlog

Na de Tweede Wereldoorlog voerde Meretskov tot 1955 het bevel over enkele militaire districten, waaronder het Militair District Moskou in 1947–1949. Van 1955 tot 1964 was hij assistent minister van defensie. In 1964 werd hij inspecteur-generaal van het ministerie van defensie.

Zijn as is bijgezet in de Kremlinmuur-necropolis op het Rode Plein in Moskou, derde van rechts op de foto

Op 30 december 1968 overleed hij.[5] De urne met zijn as is bijgezet in de Kremlinmuur-necropolis op het Rode Plein in Moskou. In Moskou, Leningrad en Petrozavodsk zijn straten naar hem genoemd.

Onderscheidingen

Sovjet-Unie

Buitenlandse