Wilhelmus van Nassouwe

Wilhelmus van Nassouwe (og kjend som Het Wilhelmus) er Nederland sin nasjonalsong. Han er og verdas eldste nasjonalsong.

Teksten

1. (Eerste couplet)Wilhelmus van Nassouweben ik, van Duitsen bloed,den vaderland getrouweblijf ik tot in den dood.Den Prinse van Oranjeben ik, vrij onverveerd,den Koning van Hispanjeheb ik altijd geëerd.
2. (Tweede couplet)In Godes vrees te levenheb ik altijd betracht,daarom ben ik verdreven,om land, om luid gebracht.Maar God zal mij regerenals een goed instrument,dat ik zal wederkerenin mijnen regiment.
3. (Derde couplet)Lijdt u, mijn onderzatendie oprecht zijt van aard,God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard.Die vroom begeert te leven,bidt God nacht ende dag,dat Hij mij kracht zal geven,dat ik u helpen mag.


4. (Vierde couplet)Lijf en goed al te samenheb ik u niet verschoond,mijn broeders hoog van namenhebben 't u ook vertoond:Graaf Adolf is geblevenin Friesland in den slag,zijn ziel in 't eeuwig levenverwacht den jongsten dag.


5. (Vijfde couplet)Edel en hooggeboren,van keizerlijken stam,een vorst des rijks verkoren,als een vroom christenman,voor Godes woord geprezen,heb ik, vrij onversaagd,als een held zonder vredenmijn edel bloed gewaagd.
6. (Zesde couplet)Mijn schild ende betrouwenzijt Gij, o God mijn Heer,op U zo wil ik bouwen,Verlaat mij nimmermeer.Dat ik doch vroom mag blijven,uw dienaar t'aller stond,de tirannie verdrijvendie mij mijn hart doorwondt.
7. (Zevende couplet)Van al die mij bezwarenen mijn vervolgers zijn,mijn God, wil doch bewarenden trouwen dienaar dijn,dat zij mij niet verrassenin hunnen bozen moed,hun handen niet en wassenin mijn onschuldig bloed.
7. (Achtste couplet)Als David moeste vluchtenvoor Sauel den tiran,zo heb ik moeten zuchtenals menig edelman.Maar God heeft hem verheven,verlost uit alder nood,een koninkrijk gegevenin Israël zeer groot.
9. (Negende couplet)Na 't zuur zal ik ontvangenvan God mijn Heer dat zoet,daarna zo doet verlangenmijn vorstelijk gemoed:dat is, dat ik mag stervenmet eren in dat veld,een eeuwig rijk verwervenals een getrouwen held.
10. (Tiende couplet)Niet doet mij meer erbarmenin mijnen wederspoeddan dat men ziet verarmendes Konings landen goed.Dat u de Spanjaards krenken,o edel Neerland zoet,als ik daaraan gedenke,mijn edel hart dat bloedt.
11. (Elfde couplet)Als een prins opgezetenmet mijner heires-kracht,van den tiran vermetenheb ik den slag verwacht,die, bij Maastricht begraven,bevreesde mijn geweld;mijn ruiters zag men dravenzeer moedig door dat veld.
12. (Twaalfde couplet)Zo het den wil des Herenop dien tijd had geweest,had ik geern willen kerenvan u dit zwaar tempeest.Maar de Heer van hierboven,die alle ding regeert,die men altijd moet loven,en heeft het niet begeerd.


13. (Dertiende couplet)Zeer christlijk was gedrevenmijn prinselijk gemoed,standvastig is geblevenmijn hart in tegenspoed.Den Heer heb ik gebedenuit mijnes harten grond,dat Hij mijn zaak wil redden,mijn onschuld maken kond.
14. (Veertiende couplet)Oorlof, mijn arme schapen>die zijt in groten nood,uw herder zal niet slapen,al zijt gij nu verstrooid.Tot God wilt u begeven,zijn heilzaam woord neemt aan,als vrome christen leven,-'t zal hier haast zijn gedaan.
15. (Vijftiende couplet)Voor God wil ik belijdenen zijner groten macht,dat ik tot genen tijdenden Koning heb veracht,dan dat ik God den Heere,der hoogsten Majesteit,heb moeten obediërenin der gerechtigheid.